Alles wat je moet weten over angst

Hartkloppingen, hyperventilatie en het gevoel te moeten vluchten. Mensen met een angststoornis zijn bekend met bovenstaande symptomen. Iedereen is wel eens angstig. Maar wat voor invloed heeft het als deze klachten chronisch worden? Het ontwikkelen van een angststoornis kan het dagelijkse leven flink op zijn kop zetten. In dit artikel lees je alles over angststoornissen en wat je er zelf aan kunt doen.

Hoofdstuk 1. Wat is een angststoornis?

Angst, iedereen heeft er wel eens last van. Angst is heel normaal en zelfs nuttig in gevaarlijke situaties. In een normale situatie neemt na verloop van tijd de angst af. Maar wat als de angst blijvend is? Bij een angststoornis staat de angstregulatie in het lichaam scherper afgesteld. Dit kan het dagelijks leven beïnvloeden en ontwrichten. Vanaf dat moment spreken we over een angststoornis.

Een angststoornis is een verzamelnaam voor fobieën, paniekaanvallen, sociale angst, angst om ziek te worden (hypochondrie) of om niet te kunnen voldoen aan hoge verwachtingen (faalangst). Angststoornissen zijn één van de meest voorkomende psychische aandoeningen onder Nederlanders. Maar liefst één op de 11 jongvolwassenen in Nederland met een leeftijd tussen de 18 en 34 heeft een hoog risico op een angststoornis. Dat blijkt uit recente cijfers van de Gezondheidsmonitor van de GGD in 2020, een onderzoek dat elke vier jaar wordt uitgevoerd.

In deze tiendelige serie over psychische aandoeningen ‘Doe even Normaal’ geeft Johan Overdevest samen met psycholoog Robert Schoevers inzicht in verschillende soorten aandoeningen. In deze korte documentaire wordt er gesproken met verschillende gedupeerden van een angststoornis. Wat voor emotionele impact heeft een angststoornis op mensen? En hoe kunnen we hier het beste mee omgaan? Dat is te zien in aflevering zeven van Doe even Normaal op NPO.

Hoofdstuk 2. Wanneer loop ik risico?

Sommige groepen lopen meer risico om een angststoornis te ontwikkelen. Denk hierbij aan verschillen in leeftijd en omgeving, maar ook het verschil tussen mannen en vrouwen.

Leeftijd
Angststoornissen komen in Nederland relatief vaak voor bij jongeren. Maar liefst 13% van jongeren tussen de 18 en 24 heeft een grote kans een angststoornis te ontwikkelen. Merel Kindt, hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, stelt dat jongeren tegenwoordig minder goed voorbereid zijn op een volwassen leven. Dat heeft te maken met de huidige tijdsgeest, maar ook met de opvoeding van de ouders. De generatie die het grootste risico loopt een angststoornis te ontwikkelen kan minder goed op hun eigen benen staan door een beschermende opvoeding. Hierdoor zijn ze minder goed voorbereid op tegenslagen en angsten. De leeftijd van de groep die de meeste kans heeft een angststoornis te ontwikkelen laat dit dan ook zien. De meeste jongeren verlaten tussen de 18 en 24 hun ouderlijke huis. Dit is de fase waarin deze groep een grote kans heeft een angststoornis te ontwikkelen. 

Locatie
Ook speelt locatie en omgeving een grote rol. Amsterdam scoort, net als Den Haag en Rotterdam, hoger dan het landelijke gemiddelde als het gaat om het aantal gedupeerden van een angststoornis. Henriëtte Dijkshoorn, verantwoordelijk voor de Gezondheidsmonitor van de GGD in Amsterdam, stelt dat het leven in een grote, drukke stad invloed kan hebben op de angstregulatie. Er zijn meer prikkels, er is minder rust en minder natuur. Terwijl er juist meer kansen zijn op de markt om succesvol te zijn. Inwoners van een grote stad willen graag voldoen aan de verwachtingen om welvarend te zijn. Hier tegenover staat ook dat bepaalde groepen vatbaarder zijn voor psychische klachten, zoals mensen met een laag inkomen, een laag opleidingsniveau of een niet-westerse migratieachtergrond. Dit is terug te zien in de cijfers van de Gezondheidsmonitor in Amsterdam. De wijken die uitschieten boven het landelijk gemiddelde zijn de Indische Buurt met 12 procent, de Van Galenbuurt met 13 procent en de Kolenkitbuurt met 14 procent.

Man versus vrouw
Vrouwen hebben twee keer zoveel kans een angststoornis te ontwikkelen dan mannen. Dit wijst uit een studie van Cambridge University in 2016. Vrouwen zijn gevoeliger voor stress door een andere hormoonhuishouding. Wanneer iemand veel stress ervaart, kan dit leiden tot een angst- of paniekstoornis. Daarnaast blijkt dat mannen minder snel aangeven last te hebben van angsten en dus ook minder snel hulp zoeken, waardoor de diagnose van een angststoornis minder snel vastgesteld wordt. Ook kan het verklaard worden door de zogeheten ‘klassieke genderpatronen’, waarbij vrouwen naast het opvoeden van kinderen en taken in het huishouden ook vaak een lager inkomen hebben dat kan leiden tot angstgevoelens.

Hoofdstuk 3. Het ontstaan van een angststoornis

Angst- en paniekstoornissen kunnen door verschillende redenen ontstaan. Hieronder staan de meest voorkomende aanleidingen tot een angst- en paniekstoornis.

Prestatiedruk
Tegenwoordig ervaren veel jongeren, maar ook volwassenen, een druk om te presteren. Bij prestatiedruk hebben mensen het gevoel niet goed genoeg te zijn en niet aan een bepaalde verwachting te kunnen voldoen. Je kunt jezelf een hoge lat opleggen waardoor je prestatiedruk ervaart, maar dit kan ook vanuit een bepaalde omgeving worden opgelegd, zoals door een opleidingsinstituut of werkgever, je familie en vrienden of de maatschappij. Prestatiedruk kan leiden tot psychische klachten zoals stress, onzekerheid, faalangst, depressieve gevoelens, slapeloosheid of een burn-out.

Perfectionisme
Mensen die perfectionistisch zijn, stellen hoge eisen aan zichzelf en leggen de lat hoog. Iemand met perfectionisme wil maximaal presteren en uitblinken boven de rest. Hier wordt dan ook in elke situatie naar gestreefd. Perfectionisten kunnen slecht tegen het maken van fouten, genieten minder van successen, hebben een grote competitiedrang, zijn kritisch op zichzelf, hebben een hoog stressniveau en vaak last van faalangst. De sociale omgeving kan invloed hebben op de mate van het perfectionisme. Perfectionisme kan leiden tot angst- en paniekklachten.

Trauma’s
Een angststoornis kan ook ontwikkeld worden door een trauma uit het verleden. In dit geval spreken we dan over PTSS, een posttraumatische stress-stoornis. De klachten na een traumatische gebeurtenis worden in de meeste gevallen verwerkt en overwonnen. Bij PTSS is het trauma niet verwerkt. Dit kan leiden tot veel psychische klachten. Deze klachten kunnen direct opspelen en aanhouden, maar ook jaren later ontstaan. Bij PTSS staat het lichaam telkens onder spanning en stress en is het continu alert op gevaar. Het verwerken van een trauma kan leiden tot herbelevingen, slaapproblemen en blijvende angstklachten.

Lichamelijke aandoeningen
Angst- en paniekstoornissen kunnen veroorzaakt worden door een lichamelijke aandoening. Het verschil bij normale angststoornissen is dat de stoornis verdwijnt na de behandeling van de aandoening. Een angststoornis kan ontwikkeld worden bij hart- en vaatziekten zoals hartritmestoornissen, bloedarmoede en hartfalen. Maar ook bij hormonale aandoeningen, aandoeningen in het zenuwstelsel of longaandoeningen. Denk hierbij aan COPD, astma en hyperventilatie, een beroerte of een hersenaandoening of schildklieraandoeningen en bijnierafwijkingen.

Geneesmiddelen en drugs
Het gebruik van geneesmiddelen, alcohol en drugs kunnen leiden tot angst- en paniekstoornissen of angstklachten verergeren. De relatie tussen de middelen en de angststoornis kan elkaar versterken. Een stoornis kan door alcohol en drugs ontstaan, maar er zijn ook mensen die deze middelen juist gebruiken om hun angsten te onderdrukken. Hetzelfde geldt voor geneesmiddelen en medicatie. Soms ontstaan er angstklachten na het gebruik van medicijnen die een patiënt worden voorgeschreven voor de behandeling van andere gezondheidsproblemen. De bestaande angst kan worden verergerd of angstklachten treden op na het gebruik van het middel.

Hoofdstuk 4. Verschillende soorten angststoornissen

Angst- en paniekklachten komen in verschillende soorten stoornissen voor. Het aantal verschillende soorten stoornissen is gemeten door de Volksgezondheidszorg in 2020 op basis van 1000 inwoners. Hieronder lees je over verschillende soorten angststoornissen en de populatie van de stoornis.

Fobieën
Op de 1000 inwoners, gemeten door de Volksgezondheidszorg, hadden 36 personen last van fobieën. Een fobie is de angst voor een specifiek ding, dier of situatie. Denk hierbij aan hoogtevrees, een fobie voor spinnen of vliegangst. De angst is ongegrond en kan gepaard gaan met lichamelijke verschijnselen zoals hartkloppingen, paniekgevoelens en zweten. Er wordt van een ‘fobie’ gesproken wanneer de angst zo hevig is dat deze het dagelijks leven beïnvloedt.

Paniekaanvallen
Van de 1000 gemeten inwoners hadden 26 personen last van paniekaanvallen. Bij een paniekaanval wordt er een grote hoeveelheid stresshormonen aangemaakt die zorgen voor adrenaline. Het lichaam bereidt zich voor om te vechten of te vluchten. Tijdens een paniekaanval ervaren mensen een opgejaagd gevoel, een druk op de borst, een snelle hartslag, trillingen en tintelingen. Wanneer dit zo hevig wordt en het gevoel van angst het hele lichaam overneemt, wordt er gesproken van een paniekaanval. Vaak zijn mensen na het ervaren van een paniekaanval bang om het nog eens mee te maken waardoor zij in een vicieuze cirkel raken.

Sociale angst
Het aantal personen met sociale angst staat aan de top met een aantal van 74 personen op de 1000 gemeten inwoners door de Volksgezondheidszorg. Een sociale angststoornis, ofwel sociale fobie, spelen paniekaanvallen ook een rol. Bij sociale angst zijn mensen bang voor kritiek van anderen. Dit kan zich af en toe voordoen, zoals bij het geven van een presentatie (podiumvrees), maar ook in elke sociale situatie. Mensen die last hebben van sociale angst vermijden deze situaties. Wanneer de sociale angst invloed heeft op het dagelijks leven wordt er gesproken over een sociale angststoornis.

Hypochondrie
Het kleinste deel van het aantal gemeten personen had last van hypochondrie, namelijk zeven personen. Bij hypochondrie ervaren mensen angst om ziek te worden. Mensen met hypochondrie letten continu op hun eigen lichaam. Bij elk symptoom wordt er angst voor een eventuele ziekte ervaren. Zelfs wanneer een huisarts hen erop attendeert dat er niets aan de hand is. Het ervaren van langdurige angst kan lichamelijke klachten veroorzaken, waardoor mensen met hypochondrie nog meer angst- en paniekklachten ervaren. De angst en de klachten beïnvloeden elkaar.

Faalangst
Op de 1000 inwoners, gemeten door de Volksgezondheidszorg, hadden 21 personen last van faalangst. Bij faalangst ervaren mensen angst om te falen en niet te voldoen aan een bepaalde verwachting. Faalangst zorgt er vaak juist voor dat mensen minder goed presteren. Hierdoor kan de angst om te falen nog groter worden waardoor de prestaties belemmerd worden. Bij cognitieve faalangst zijn mensen bang dat ze niet genoeg kennis hebben, terwijl bij sociale faalangst mensen angst- en paniekklachten ervaren door kritiek. Daarnaast hebben mensen met motorische faalangst moeite met motorische taken terwijl zij fysiek wel in staat zijn de taak uit te voeren, denk hierbij aan het maken van een wandeling.

Hoofdstuk 5. Herken de symptomen

Heb je zelf last van angst- en paniekklachten? Zorg dan dat je de symptomen van een angststoornis kunt herkennen. Bij herkenning van de symptomen kun je op tijd ingrijpen en hulp zoeken. In dit hoofdstuk lees je alles over de verschillende symptomen van een angststoornis.

Rusteloosheid
Een rusteloos gevoel is een essentieel kenmerk van stress. Het is belangrijk dat mensen het gevoel van rusteloosheid niet negeren. Bij een rusteloos gevoel kunnen mensen moeilijk ontspannen, slapen zij onrustig, maken ze zich veel zorgen en wordt er veel gepiekerd. Daarnaast voelen mensen zich opgejaagd, zijn ze prikkelbaar, kunnen minder goed helder nadenken en hebben last van stemmingswisselingen. Rusteloosheid gaat vaak gepaard met zowel geestelijke gezondheidsklachten als lichamelijke klachten. Denk hierbij aan vermoeidheid, hartkloppingen en hoofdpijn.

Prikkelbaarheid
Mensen die prikkelbaar zijn, reageren anders op prikkels in hun directe omgeving. Hun reactiestijl wordt heftiger bij de langdurigheid van verschillende prikkels. Wanneer de prikkels te veel worden en het meer frustreert zullen zij zich heftiger afreageren. Prikkelbaarheid gaat gepaard met lichamelijke en emotionele symptomen. Mensen kunnen verdrietig of agressief worden en zullen uit reactie eerder schreeuwen, slaan of huilen.

Slechte concentratie
Bij concentratieproblemen hebben mensen moeite met het focussen op één onderwerp of activiteit. Mensen met concentratieproblemen vinden het moeilijk hun aandacht ergens bij te houden, raken snel afgeleid en kunnen zich moeilijk focussen. Concentratieproblemen gaan gepaard met psychische en lichamelijke klachten zoals vermoeidheid, slapeloosheid en het gevoel hebben onder druk te staan. Dit zijn bij mensen met concentratieproblemen blijvende klachten.

Slaapproblemen
Mensen die last hebben van slaapproblemen kunnen vaak moeilijk in slaap komen, slapen slecht, liggen s’ nachts veel wakker of hebben last van slapeloosheid. Hierdoor zijn ze overdag vaak moe, energieloos, slaperig of prikkelbaar. Slaapproblemen kunnen gepaard gaan spanningen, nervositeit, concentratieproblemen en lichamelijke klachten. Wanneer mensen met slaapproblemen zich zorgen maken over de kwaliteit van hun slaap liggen zij vaker wakker door het piekeren.

Depersonalisatie
Bij depersonalisatie wordt er ook gesproken over ‘zelfvervreemding’. Mensen die depersonalisatie ervaren, hebben het gevoel buiten de werkelijkheid te staan. Mensen met depersonalisatie kunnen zich vervreemden van hun gevoelens, identiteit, lichaam of zichzelf in verhouding tot de wereld. Het kan voorkomen dat iemand zichzelf vanaf buitenaf bekijkt of dat lichaamsdelen vreemd en on-eigen aanvoelen. Bij depersonalisatie speelt vaak de angst om gek te worden een grote rol. Door deze gedachten kan het lichaam zich verzetten om te vechten of te vluchten waardoor een paniekaanval veroorzaakt kan worden.

Derealisatie
Bij derealisatie wordt de omgeving van een persoon als onecht ervaren. De omgeving voelt niet vertrouwd aan. Naast de omgeving, kunnen ook andere mensen en voorwerpen worden gezien als onecht. De omgeving, mensen of voorwerpen kunnen visueel vervormd worden zoals wazig, mistig of onscherp. Mensen die derealisatie ervaren, hebben vaak het gevoel hun omgeving vanuit een bubbel of luchtbel te zien. De wereld om hen heen kan worden ervaren als een droom. Vaak hebben mensen met derealisatie het gevoel alsof zij niet bij de wereld horen en hun omgeving vanaf een afstand bekijken.

Kan jij jezelf in één of meerdere van deze symptomen vinden en ben je benieuwd of je een angststoornis hebt? Doe dan hier de anonieme zelftest van Eleos. De angststoornis test bestaat uit twaalf vragen en duurt ongeveer vijf minuten.

Hoofdstuk 6. Wat kan je zelf doen?

In de voorgaande hoofdstukken is er besproken wat een angststoornis is, hoe een angststoornis ontstaat en hoe je de symptomen kunt herkennen. Wil je weten wat je zelf kunt doen? Lees dan verder.

Vermijd de spanning niet
Mensen die last hebben van angst- en paniekklachten proberen vaak de spanning te vermijden. Hierdoor worden onbekende situaties of locaties uit de weg gegaan. Deze gewoonten zorgen er juist voor dat de angstregulatie scherp afgesteld blijft. Ga de angst niet uit de weg, ervaar het. Hierdoor leren mensen om te gaan met de spanning en worden paniekaanvallen minder snel opgewekt.  

Bespreek de klachten
Bij een angststoornis durven mensen zich vaak niet te uiten over de klachten die zij ervaren. Zij hebben het gevoel onbegrepen te worden en zijn vaak bang voor de reacties vanuit hun omgeving. Mocht je last hebben van angst- en paniekklachten, trek dan aan de bel. Bespreek het met je omgeving en neem contact op met je huisarts.

Bewegen en ontspannen
Mocht je last hebben van angst- of paniekklachten, zorg er dan voor dat je genoeg beweegt en ontspant. Het is belangrijk om minimaal een half uur per dag te bewegen. Dit kan licht inspannend zijn zoals wandelen of fietsen. Daarnaast is het belangrijk dat mensen met een angststoornis genoeg ontspannen. Dit is vaak lastig omdat de persoon een enorme hoeveelheid paniek ervaart. Mensen met angst- en paniekklachten kunnen baat hebben bij yoga, meditatie, ontspanningsoefeningen of ademhalingsoefeningen.

Slaap genoeg
Het is belangrijk voor mensen met een angststoornis om genoeg te slapen en regelmatig te leven. Mocht je last hebben van angst- en paniekklachten, zorg er dan voor dat je structuur aanbrengt in jouw dagelijkse leven. Probeer elke dag rond dezelfde tijd te gaan slapen en wakker te worden en zorg ervoor dat je minimaal acht uur per nacht slaapt om je lichaam genoeg rust te geven.

Eet gezond
Bij een angststoornis is het van belang om gezond te eten en te leven. Vermijd het gebruik van alcohol en drugs, dit kan de angststoornis verergeren. Daarnaast kan het helpen om minder koffie en cafeïne-houdende dranken te nuttigen. Cafeïne kunnen paniekklachten veroorzaken of versterken. Drink maximaal twee cafeïne-houdende dranken per dag, zoals koffie, sportdranken, cola en energydranken.

Heb jij last van angst- en paniekklachten en wil je hier zelf mee aan de slag gaan? In het boek ‘Een steekje los’ geeft psycholoog Iris ter Haar handige tips over wat je zelf kunt doen tijdens een paniekaanval.

Probeer jezelf gerust te stellen tijdens angst- of paniekklachten. Je bent niet alleen. Maar liefst 20% van mensen in Nederland krijgt in zijn of haar leven te maken met een angststoornis. Wil je meer weten over angststoornissen? Luister dan de vijfdelige podcastserie de Angstpodcast van VPRO.

Hoofdstuk 7. Het verhaal van Anouk

Stel je eens voor, je fietst op een maandagochtend naar je college. Plotseling voel je een steek in je borst. Je schrikt en probeert rustig te blijven. Na een paar honderd meter besluit je van je fiets af te stappen om rustig op adem te komen. De steek verandert in een kloppende borstkas. Je probeert op je ademhaling te letten. Niets helpt. Je maag draait zich om, het zweet breekt je uit en je lichaam begint te trillen. Het gevoel van spanning en onrust neemt het voortouw. Je bent bang de controle te verliezen. Verstijfd kijk je om je heen. De haastige maandagochtend spits raast langs je heen.

Een angststoornis is een verzamelnaam voor fobieën, paniekaanvallen, sociale angst, angst om ziek te worden (hypochondrie) of om niet te kunnen voldoen aan hoge verwachtingen (faalangst). 13% van jongeren tussen de 18 en 24 heeft een grote kans een angststoornis te ontwikkelen (het Parool, 2022). Het risico op angststoornissen in Nederland is het hoogst in grote steden. Waar inwoners dag en nacht worden geprikkeld en waar het leven in soms als een hogesnelheidstrein aanvoelt.

Dit overkwam ook Anouk (23), studente aan de Vrije Universiteit en woonachtig in Amsterdam. “Ik was het perfecte voorbeeld van een succesvolle millennial uit de grote stad. Ik hield alle ballen hoog. Ik behaalde in drie jaar mijn bachelor, had een drukke bijbaan in de horeca, liep een aantal extra stages én ik had een groot sociaal netwerk”, vertelt Anouk. Tegenwoordig vindt Anouk het minder belangrijk om succesvol te zijn. Een half jaar geleden besloot ze te stoppen met haar stage en zich meer te focussen op haar gezondheid. “Achteraf gezien had ik dit al veel eerder moeten doen. Ik kan nu eindelijk mijn angststoornis erkennen en doe ik er alles aan om mezelf weer op de rit te krijgen”.  

Anouk werd een jaar geleden voor het eerst geconfronteerd met haar stoornis. “Dat was heel heftig”, zegt Anouk. “Ik had zoals gewoonlijk een drukke dag gehad en kreeg ’s nachts ineens last van hartkloppingen. Ik probeerde rustig te blijven en op mijn ademhaling te letten maar het werd steeds erger. Hierdoor raakte ik compleet in paniek”. Anouk stormde uit schrik middenin de nacht de kamer van haar huisgenoot binnen. “Ik had het gevoel dat ik geen lucht kreeg en begon te hyperventileren. Mijn huisgenoot probeerde me te kalmeren maar heeft uiteindelijk een ambulance gebeld”. Een uur later lag Anouk verstijfd in bed. De ambulancebroeders vertelde haar die nacht dat ze een paniekaanval kreeg en er verder niets aan de hand was. “Dat voelde heel onwerkelijk. Ik had echt het gevoel dat ik dood zou gaan”, vertelt Anouk.

Na die nacht werd Anouk steeds vaker geconfronteerd met haar stoornis. “Ik kreeg meer paniekaanvallen. Het beïnvloedde mijn dagelijks leven. Het leek wel alsof ik onbewust bang was voor de angst”. Hierdoor haalde Anouk slechtere cijfers op school, verloor ze haar passie voor de horeca en sprak minder af met haar vriendenkring. “Het was een gitzwarte periode. Ik genoot niet meer van het leven en werd telkens geconfronteerd met mijn angst”. Anouk besloot in therapie te gaan en te stoppen met haar stage. “Dat heeft mij enorm veel geholpen”, zegt Anouk. “Ik ben wat rustiger aan gaan doen en focus me nu volledig op mijn gezondheid. De paniekaanvallen nemen langzaam af en ik kan weer met trots zeggen dat ik van het leven geniet”.

Tegenwoordig worstelen veel jongeren met angstklachten. Vanaf het moment dat de klachten vaker optreden en het dagelijkse leven wordt ontwricht, spreken we over een angststoornis. Hoe komen mensen van hun angstklachten af? Op deze vraag worden verschillende antwoorden besproken in de media. In de kliniek Kindt, dat in 2018 opende in Amsterdam, worden mensen met angstklachten behandelt door bij nabootsen van een angstsituatie een bètablokker toe te dienen. Dit kan helpen. Maar niet iedereen heeft hier baat bij (het Parool, 2022). Andere professionals geven aan dat mensen hun angst onder ogen moeten komen tijdens intensieve therapie.

Heb jij wel eens last van angstklachten? Schroom dan niet een afspraak te maken met een huisarts of om hulp te vragen aan je omgeving. Wil je in contact komen met lotgenoten en jouw ervaringen in vertrouwen delen? Meld je dan aan voor de Facebookgroep van stichting ADF.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *