Tussen de maisvelden van Bridhorn woonde een jongen met een grijze huid. Achter de vieze vervallen ramen van een klein hutje speurde hij door de woonkamer, op zoek naar zijn zwarte met patches bezaaide jas. Hij liep met zijn handen in de zakken van zijn grijze joggingbroek langs de bank. Hij trok wat kussens opzij en liet een donkerrode deken op de grond vallen. De ruimte werd zwak verlicht door kleine lampjes, want de hybride kon niet tegen groot licht. Hij ging voornamelijk s ’avonds op pad. Ook vanavond maakte hij zich weer klaar voor zijn gewoonlijke ronde door de velden. De lampjes zaten bevestigd aan het plafond. Ze gingen aan wanneer Gizmo de stekker in het stopcontact stopte. De laatste tijd maakten ze een zoemend geluid. Zijn blik trok naar de keuken. Daar hing zijn jas over een kruk.
Hij liet zijn armen in de mouwen van het jasje glijden. Zijn oren spitsten. Hij draaide zijn hoofd weg: een wanhopige poging het geluid te negeren. Boven zijn hoofd zette het gezoem voort. Hij keek op. In de weerspiegeling van het peertje vielen zijn felgele ogen op zijn snuit. Zijn mondhoeken trokken door tot aan zijn laterale ooghoeken. Het lampje doofde, om vervolgens weer aan te gaan. Een lichtgolf verlichtte de kamer. Vervolgens bleef Gizmo in het donker achter. Hij liep naar het raam. De voortuin verlichtte door iets van boven. Boven zijn hutje zweefde een groot rond object. De hemel kleurde alle kleuren van de regenboog door de lampjes van het apparaat. Gizmo had nog nooit zoiets groots gezien. De wind liet de maisvelden ombuigen. Een schuivend geluid trok zijn ogen naar boven. Onder het grote object schoof een luik open. Vervolgens werd er iets uitgegooid. Een bleek lichaam tuimelde naar beneden. Haar lijf raakte de grond met een klap. Haar armen lagen in haar nek. Haar benen kruisten over elkaar heen. Tussen alle maisbladeren en afgekloven kolven lag een naakt wezen. Haar dikke haar lag over haar borsten en eindigde op haar bovenbeen. Onder haar dichte ogen tuitten haar lichtroze lippen naar de hemel. Gizmo kwam meteen in actie. Hij trok de keukendeur open en schoot naar buiten. Boven hem vloog het grote ronde grijze object als de bliksem weg terwijl hij tot stilstand kwam bij het meisje. Zijn klauwen vonden haar koude arm. De zwarte nagels aan zijn vingers stootten af tegen de bleke huid. Hij gaf een klein kneepje. De huid onder zijn vingers kleurde langzaam rood. Hij haalde opgelucht adem. Vervolgens vond zijn rechter wijsvinger haar voorhoofd. Langzaam gleed hij over de neus naar de lippen. Daar voelde hij haar ademhaling als een zachte bries tegen zijn vinger.
“Goed”, murmelde hij zacht. Hij sprong op. Vervolgens boog hij zijn knieën en legde hij zijn armen onder haar onderrug en schouders. Met stevige stappen bracht hij het meisje veilig naar binnen.
Een uur later lag ze op zijn bank onder de donkerrode deken. Gizmo had haar ledematen langs haar lichaam gelegd. Ze lagen hoe hij dacht dat het het minst pijn deed. Haar haar viel langs haar lichaam en verdween onder de deken. Hij had haar in een joggingbroek gehesen en een simpel shirt aangedaan. Tijdens het omkleden was het hem opgevallen dat ze heel veel haar op haar lichaam had. Het waren kleine, dunne, lichtroze haartjes.
Gizmo kwam langzaam dichter bij de bank. Hij keek op haar neer terwijl hij een mandje vol mais op tafel zette. De achterdeur schoot met een klap open. De grote zwarte huiskat trippelde naar binnen. Hij liep meteen naar Gizmo, waar hij zijn hoofd tegen zijn onderbeen stootte.
“Regent het buiten?” Nero knikte. Hij sprong op de bank. Zijn kopje boog naar de wang van het meisje.
“Nero, niet doen,” waarschuwde Gizmo, maar het was al te laat. De kat gaf een lik over haar wang. Haar felgroene ogen schoten open. De eerst nog bleke huid begon licht te geven. De twee maakten oogcontact. Gizmo’s adem stokte in zijn keel. Een elektrische schok sidderde door zijn borst. Hij kuchte om het te verbergen.
“Waar ben ik?” De stem van het meisje klonk mierzoet. Toch spraken haar ogen angst uit. Haar licht doofde weer.
“In mijn hut”, antwoordde Gizmo. Hij pakte de deken beet en trok hem hoger op zodat hij haar schouders verborg. Hij greep de mand van de salontafel. Terwijl het meisje op de bank sliep, was Gizmo naar buiten gegaan in de hoop nog iets te vernemen van het grote voertuig. Helaas was dat niet het geval, maar het gaf hem wel de mogelijkheid om voor eten te zorgen. Zijn vingers reikten naar een van de kolven. Die begon hij te pellen. Ondertussen voelde hij zijn maag rammelen.
“Eet je dit?”, vroeg hij terwijl hij de gele kolf onder haar neus hield. Ze rook aan de mais.
“Ik…hoop het.” Haar hand schoot onder de deken vandaan. Vijf tengere vingers klemden zich om de kolf en trokken hem uit zijn hand. Haar lange tong wikkelde zich eromheen. Vervolgens werkte ze hem in zijn geheel naar binnen. Ze keek Gizmo vanonder haar wimpers aan met een betekenisvolle blik.
“Dit kan beter.”
Een kwartier later stonden de twee in de keuken. In een van de keukenkastjes vond ze een pan. Ze legde hem op het fornuis.
“Hoe kan ik je noemen?” vroeg Gizmo. Hij probeerde haar snelle bewegingen bij te houden.
“Aideen”, fluisterde ze terwijl ze het fornuis aanzette.
“Klein vuur”, fluisterde hij terug. Zijn ogen vielen op het vuur onder de pan. Ze knikte. Haar dikke haar ging op en neer. Met een verlegen glimlach begon ze een maiskolf uit te kleden. Ze legde hem in zijn geheel in de pan en deed er een deksel op.
“Hoe weet je dat?”
“Het komt uit de oorsprong van mijn moedertaal.” Ze keek hem verwonderd aan. Zijn felgele ogen staarden terug.
“Mijn naam is Gizmo. Dat betekent…iets kleins waarvan iedereen de naam vergeten is.” Ze knikte begrijpend, alsof ze het al wist. Vervolgens liet ze haar blik over zijn gezicht glijden.
“Onze soort eet alleen maar mais, maar mais komt in verschillende vormen voor. Weet je wat popcorn is?” Gimzo bekeek haar met een verwonderde blik. Hij schudde zijn hoofd. De stilte hing zwaar in de lucht. De haartjes op haar gezicht kregen een donkere kleur. Gizmo greep de keukentafel beet. Zijn adem versnelde.
“Wacht! Ben je…hetzelfde als ik? Geen wonder dat je zo snel van de bank afkwam.” Haar hand reikte naar zijn wang, die ook donker kleurde van de zenuwen. Ze zette steeds een stapje dichterbij. Gizmo kon zich niet weerhouden. Hij greep haar hand beet. Vervolgens trok hij haar naar zich toe. Boven hen flikkerden de lampjes aan en uit.
“Want als dat zo is, laat ik je nooit meer gaan.” De twee ademden elkaars adem. Achter hen tikte de mais tegen de deksel.
“Wacht”, fluisterde ze met een glimlach. Ze bevrijdde zich uit zijn strakke grip door in zijn schouders te knijpen. Ze vloog op de pan af en trok de deksel er vanaf. De kleine witte bolletjes schoten de twee om de oren. Ze vielen op de grond, maar Gizmo wist er een uit de lucht te pikken. Hij hield hem voor Aideens mond. Ze pikte hem met haar tong tussen zijn vingers vandaan. De witte bol verdween in haar mond. Ze slikte hem in zijn geheel door.
Haar huid begon te gloeien. Hij hield zijn arm voor zijn ogen om het licht te blokkeren. Toch kon hij zichzelf er niet van weerhouden stiekem te kijken. Tot zijn schrik was het wezen geen hybride meer. Niet meer zoals hij. Twee grote ogen staarden hem aan. Over zijn huid verspreidde kippenvel. Hij schudde zijn hoofd.
“Nee. Nee.” Haar spitse oren veranderden in normale schelpjes. Haar felgroene energieke ogen doofden. De neus die steeds spitser werd, verkleinde. Ze jammerde, terwijl haar klauwen over haar gezicht zwierven. De lange zwarte nagels krompen, evenals haar handen.
“Wat gebeurt er?”, gilde ze. Gizmo greep haar schouders beet en kneep erin, in de hoop dat hij de transformatie op de een of andere manier kon stoppen. Toch verkleinden haar schouders onder zijn grip.
“Het kan niet!”, schreeuwde hij. Zijn hart klopte in zijn keel. Hij verloor haar uit zijn grip. Ze viel op de grond. De popcorn was nog steeds aan het poppen. Intussen lag het overal. In een opwelling pakte hij een van de stukjes beet en deed hij het in zijn mond. Met moeite slikte hij het door.
“Alsjeblieft, alsjeblieft.” Nu hij de smaak van liefde had geproefd wilde Gizmo niet anders. Daar moesten ze wel hetzelfde voor wezen. Hij bukte bij haar neer. Zijn kleine hand gleed over haar kale wang.
“Aideen?” Hij voelde hoe de popcorn zich door zijn lichaam verplaatste. De haren op zijn klauwen verdwenen. Hij ging door dezelfde transitie. Zijn ogen vielen op het peertje aan het plafond. In de weerspiegeling zag hij zijn oren verdwijnen. Ze maakten plaats voor een donkere bos haar. Daarbij veranderde zijn gezicht, naar dat van een normale jongen. Onder hem keek Aideen naar zijn ogen. Haar stem fluisterde hem zacht wat woorden toe.
“Kom op, Gizmo. Het is geen verrassing dat ik viel op jouw innerlijk.”