Hoor jij wat ik hoor?

Het belang dat een mens aan zijn gehoor hecht is vooral afhankelijk van de mate waarin we horen. Werkt je gehoor goed, dan heb je geen reden om je af te vragen of het beter kan. Een normaal werkend gehoor is iets wat je al snel voor lief neemt. Word je wel eens wakker van al die kwetterende vogeltjes buiten? Vind je dat vervelend? Ik niet! Ik ben zelfs erg blij als ik ze hoor. Zo’n vrolijk begin van de dag is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Wat als je gehoor iets minder of helemaal niet werkt? In welke mate kun je dat een handicap noemen en wat valt eraan te doen?

 Hoofdstuk 1: Wat is een gehoorstoornis?

Wie wel eens onder water zwemt, weet dat je dan niet alles hoort wat je normaal wel kunt horen. Alles klinkt gedempt en dof. Hoe dieper je gaat, hoe groter de druk op je oren wordt. Voordat je het weet beginnen je oren te piepen. Voor mensen die te maken hebben met een gehoorstoornis is dit de normaalste gang van zaken. Ook boven water. Maar wat hoort een mens eigenlijk te horen en wat kan er misgaan? BeterHoren legt dat haarfijn uit in een kort filmpje:

Geluid is er in soorten en maten. Er zijn hele zachte geluiden, maar ook hele harde. Dat weten we allemaal. Geluidssterkte wordt in decibel gemeten. In een stille slaapkamer zou je ongeveer 25 decibel moeten meten en bij een laag overvliegend vliegtuig ongeveer 110.

(Bron: Oorcheck.nl)

Waar je minder over nadenkt is de toonhoogte van geluid. Muziek bestaat uit hoge en lage tonen, maar op welke manier meet je de hoogte van die tonen? Toonhoogte meet je in Hertz (Hz, trillingen per seconde). Als je jong bent kun je tonen horen die tussen de 20 en de 20.000 Hertz liggen. Als je ouder wordt, wordt het steeds een beetje moeilijker om hoge tonen te onderscheiden. De grens zakt dan naar 15.000 Hz of nog lager.

Lage tonen worden gemaakt door grote dingen. Een kerkorgel bijvoorbeeld of een contrabas. Hoge tonen worden gemaakt door bijvoorbeeld de bekkens van een drumstel of een klein vogeltje. Om het verschil tussen hoog en laag duidelijk te maken zou je eens een kijkje kunnen nemen op de volgende website:

https://www.szynalski.com/tone-generator/

Met een toongenerator kun je dus hoge en lage tonen maken. Wil je het aantal decibel veranderen, dan hoef je alleen maar het volume harder of zachter te zetten. Let er wel op dat je bij gebruik van een hoofdtelefoon of oortjes het geluid niet te lang heel hard laat klinken. Daar kunnen je oren niet tegen.

Tip: probeer de toongenerator uit met iemand anders naast je. Misschien merk je wel dat jouw oren het geluid pas opvangen bij een hoger aantal Hertz of bij meer decibel. Als je goed oplet, kun je zelfs verschillen ervaren tussen wat je linkeroor en wat je rechteroor hoort.

Hoe herken je een gehoorstoornis? Volgens Schoonenberg Hoorsupport kun je je eigen gehoor afmeten aan een aantal zaken. Praat je zelf hard? Heb je de neiging muziek steeds harder te zetten? Of vraag je steeds aan mensen om te herhalen wat ze zeggen? Op de website van Schoonenberg vind je een hele lijst die je aan het denken zou kunnen zetten over de conditie van je gehoor.

https://www.schoonenberg.nl/gehoor/symptomen-gehoorverlies/

Hoofdstuk 2: Hoe herken je een gehoorstoornis bij een ander?

Hoe je gehoorproblemen bij jezelf kunt herkennen heb je in hoofdstuk 1 kunnen lezen. Maar hoe herken je het dan bij een ander? Je kunt natuurlijk dezelfde lijst met symptomen aflopen, maar soms is dat niet genoeg. Als het gaat om het herkennen van problemen bij volwassenen ligt dat anders dan bij kinderen. Een volwassene kan zelf uitleggen hoe hij of zij geluid ervaart, een kind kan dat niet of realiseert zich nog niet dat er een probleem is. Zeker niet als dat probleem aangeboren is. Juist voor kinderen is het van belang dat gehoorproblemen zo snel mogelijk onderkend worden in verband met de ontwikkeling van spraak en taal. Een gehoorstoornis kan van invloed zijn op aandachts-, gedrags- of sociale problemen.

De volgende punten kunnen een indicatie geven van een gehoorprobleem bij kinderen:

  • Het kind is zich niet bewust dat iemand buiten zijn/haar gezichtsveld iets zegt;
  • Het kind reageert geschrokken of verbaasd wanneer het zich realiseert dat iemand hem/haar roept, ook wanneer er verder geen omgevingsgeluiden zijn;
  • Het kind zit dicht bij de tv en het geluid staat hard of zelfs té hard;
  • Het kind reageert niet op harde geluiden.

(Bron: Kentalis.nl https://www.kentalis.nl/hoe-herken-ik-slechthorendheid)

Wie deze punten bij een kind herkent, hoeft zich niet meteen zorgen te maken. Sommige vormen van doofheid zijn te verhelpen. Zo kan het gehoor bijvoorbeeld ontregeld zijn door een teveel aan oorsmeer. In dat geval helpt een wattenstaafje of uitspuiten. Bij een zware verkoudheid kan de Buis van Eustachius verstopt zitten waardoor de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies niet gelijk is. Dat kan de oorzaak van een verminderd gehoor zijn. Een kind kan ook last hebben van een oorontsteking of een zwemmersoor. Daar kan de huisarts iets aan doen. Ook doofheid door lawaai kan tijdelijk zijn, maar pas op!

Als je meer wil weten over deze vormen van doofheid, biedt de volgende website daar meer informatie over.

https://www.phonak.com/nl/nl/gehoorverlies/hearing-loss-in-children/tekenen-en-oorzaken-kinderen.html

 Hoofdstuk 3: Hoe werkt een gehoortest?

Je kunt je gehoor op verschillende manieren testen of laten testen. Er zijn een aantal tests op het Internet beschikbaar. Voor deze tests heb je een goede hoofdtelefoon nodig. Als je meteen nieuwsgierig bent naar zo’n test, kun je op de volgende link klikken:

https://www.hearingsolutions.philips.com/nl-nl/hearing-loss/hearing-test/get-ready

De conclusie die je uit de test kan trekken, moet je bij twijfel wel even na laten trekken bij een professional. Je komt dan terecht bij een audiologisch centrum of bij een gehoorspecialist. Voor een afspraak bij een audiologisch centrum heb je meestal een verwijzing van een arts nodig. Bij een gehoorspecialist zoals Beter Horen kun je zomaar binnenstappen om daar je test te regelen.

Een gehoortest bij een specialist of een audiologisch centrum bestaat uit een aantal piepjes. Door een hoofdtelefoon krijg je een aantal tonen van willekeurige toonhoogtes en willekeurige geluidssterktes te horen. De audioloog bepaalt wat jij te horen krijgt. Als je een toon hoort moet je op een knopje drukken. De apparatuur houdt automatisch bij of je wel of niet op een toontje hebt gereageerd. De computer maakt daar een keurig grafiekje van waaruit je kunt aflezen hoe het met je gehoor gesteld is. Hieronder een voorbeeld van een audiogram.

In deze grafiek zie je twee lijnen. De rode voor het rechteroor en de blauwe voor het linker. Op de Y-as zie je de mate van gehooruitval uitgedrukt in decibel. Op de X-as zie je de frequenties waarop de metingen zijn verricht. 250 Hertz zijn lage tonen en 8000 Hz juist heel hoge tonen.

Uit deze grafiek kun je twee conclusies trekken. Het linkeroor van de testpersoon is beter dan het rechteroor en voor beide oren geldt dat de persoon de tonen vanaf 3000 Hz slechter hoort. Het rechteroor vertoont zelfs een uitval van 50 decibel bij 8000 Hz. De audioloog kan uit deze gegevens opmaken of je een gehoorapparaat zou kunnen gebruiken of dat je het nog wel even zonder zou kunnen doen. Het is uiteraard van belang dat het niet bij één meting blijft. Als je je het jaar daarop weer laat testen kan er een conclusie getrokken worden over het verloop van de gehooruitval. De grafiek kan stabiliteit laten zien of verergering. In dat laatste geval zou je zeker aan een gehoorapparaat kunnen denken.

 Hoofdstuk 4: Hoe is minder horen van invloed op je (dagelijks) leven en hoe ga je daar mee om?

“Ik hoor je wel, maar ik versta je niet”

Tamara (21) is slechthorend. Niet doof dus. Het feit dat ze niet zo goed hoort als anderen, is voor haar tot op zekere hoogte een handicap. Het is er wel een waar je mee om leert gaan. Tamara geeft een klein inkijkje in haar dagelijks leven en de situaties waar ze tegenaan loopt.

 “Toen ik een jaar of drie was, merkten mijn ouders dat er een probleem was rond mijn gehoor. Tijdens een bezoek aan het consultatiebureau moest er bij mij een gehoortest afgenomen worden. Ik moest op een stoeltje zitten tussen twee luidsprekertjes. Ik kan me dit natuurlijk niet herinneren. Volgens mijn ouders wilde ik daar absoluut niet aan meewerken. Zij vroegen zich af waarom niet. In de periode daarna vroegen ze zich steeds vaker af of ik wel hoorde wat er gezegd werd, maar het bleef bij een vermoeden. Op vragen reageerde ik ontwijkend.”

“Naarmate ik ouder werd, begon ook bij mij de vraag te ontstaan of ik wel goed hoorde. Ik merkte dat ik steeds vaker moest vragen om herhaling. Ik zat nog op de basisschool en durfde niet altijd te vragen om die herhaling. Ik denk dat ik daardoor veel meer heb gemist dan nodig. Op school, thuis en bij vriendjes en dat maakte me heel onzeker. Ik keerde hierdoor erg in mezelf. Toen ik een jaar of acht was had ik eindelijk het lef verzameld om tegen mijn ouders te zeggen dat ik dacht dat ik niet zo goed kon horen. Vanaf dat moment ging het snel en had ik de ene test na de andere. Het audiologisch centrum stelde vast dat ik inderdaad last had van een verminderd gehoor.”

“Ik ben nu 21 en heb gehoorapparaten. Ik heb ze niet altijd nodig, maar ik ben blij dat ik ze heb. In de meeste situaties die ik tegenkom weet ik me wel te redden zonder die dingen. Ik kan bijvoorbeeld heel goed liplezen. Ik heb ook geleerd dat ik in de klas voorin en met mijn rug naar het raam moet zitten. Dan kijk ik met het licht mee. Toen die laatste tip mij gegeven werd, geloofde ik daar niet zo in. Maar het gekke is: het werkt echt. Ik mis zo niets van de mimiek en de lichaamstaal van de leerkracht. Ik probeer mijn gehoorapparaten zo min mogelijk te gebruiken, want dat houdt me alert.”

“Nu we door corona mondkapjes moeten dragen, ben ik een stuk afhankelijker geworden van mijn gehoorapparaten. Liplezen valt weg en een hoop geluiden worden gedempt. Dat is heel frustrerend. Ik werk momenteel op een camping en maak daar schoon. Dat betekent meestal dat ik die gehoorapparaten niet in heb. Mijn collega’s kennen mijn probleem en houden daar rekening mee, maar met gasten heb ik het wel eens moeilijk. Zeker als ze ook nog een andere taal spreken.”

“De mensen die ik goed ken, houden bijna allemaal wel rekening met mijn probleem. Ze articuleren duidelijk, vinden het niet erg om de televisie of de radio harder te zetten en herhalen iets wanneer dat nodig is. Voor mezelf zet  ik vaak ondertiteling aan bij films, series en andere televisieprogramma’s. Ik heb dat niet altijd nodig, maar het geeft mij in ieder geval de zekerheid dat ik iets heb om op terug te vallen als ik denk dat ik iets mis. Ik ben niet erg goed in het lezen van gebarentaal, maar ik heb mezelf wel aangeleerd om met veel gebaren te praten. Misschien toch uit een vorm van onzekerheid. Door de coronacrisis communiceren we tegenwoordig veel online. Dat is voor mij goed te doen. Met oortjes in kan ik alles heel goed volgen. Ik kan iedereen harder of zachter zetten wanneer ik dat wil of daar behoefte aan heb.”

“De grootste problemen heb ik vooral in grote ruimtes en in ruimtes met veel mensen. Ik zit op volleybal en dat doen we altijd in een grote sporthal. Daar galmt het geluid zo erg heen en weer dat het niet uitmaakt hoe hard iemand praat of roept. Ik versta dingen daar gewoon heel slecht. In ruimtes met veel mensen is het ook moeilijk om alles goed te volgen. Het is moeilijk om alle stemmen van elkaar te onderscheiden. Als ik in gesprek ben met iemand in een grote groep, moet ik me heel erg concentreren. Dat kan heel vermoeiend zijn. Weet je wat heel veel mensen niet doorhebben? Hoe groot het verschil is tussen horen en verstaan. Probeer ze dat maar eens uit te leggen.”

Zoals Tamara vertelt kun je dus heel goed leven met een beperkt gehoor. Ook als je helemaal niet kunt horen, kun je gewoon je dagelijkse bezigheden uitvoeren en een normaal leven leiden. In het volgende filmpje van Buzzfeed op YouTube worden een aantal vragen gesteld aan mensen die helemaal doof zijn. Net als Tamara geven ze antwoord op vragen die je misschien altijd al had willen stellen.

 Hoofdstuk 5: Hoe kun je iemand met gehoorproblemen helpen?

In hoofdstuk 2 hebben we gezien dat het best lastig is om gehoorproblemen bij een ander vast te stellen. Volwassenen die slecht horen zijn zich van hun eigen probleem meestal goed bewust. Voor de omgeving van slechthorenden is het ook belangrijk dat zij zich bewust zijn van het gehoorprobleem van een ander. Er is namelijk niets frustrerender dan een mompelend iemand naast je te hebben zitten. In dit hoofdstuk volgen een aantal tips voor iedereen die rekening moet houden met iemand die niet zo goed hoort.

Duidelijkheid staat voorop. Als je er niet zeker van bent hoe je iemand met een slecht gehoor moet benaderen, vraag het hem of haar dan gewoon. “Hoe kan ik het beste met je praten?” Het maakt heel veel uit waar je zit of staat ten opzichte van de luisteraar. Het kan best zo zijn dat iemand aan een oor dover is dan aan het andere. Aan de goede kant staan moet geen probleem zijn.

Voor de meeste slechthorenden is het van belang dat je ze recht in het gezicht aankijkt. Dat helpt ze bij het lezen van de mimiek en van de lippen. Iemands gelaatsuitdrukking spreekt soms boekdelen en dat geldt niet alleen voor dove mensen. Ook andere vormen van lichaamstaal zijn voor iemand met een gehoorprobleem van groot belang. Ze kunnen jou beter lezen dan jij denkt.

Tijdens een gesprek kan het zomaar voorkomen dat je gevraagd wordt om dingen te herhalen. Afhankelijk van de situatie kan dat best vaak gebeuren. Wees geduldig en herhaal dingen in eerste instantie precies zoals je het al eerder gezegd hebt. Als het nodig is kun je het ook nog op een andere manier vertellen. Soms is het belangrijk om even nadrukkelijk te melden dat het onderwerp van gesprek veranderd is. Dat voorkomt misverstanden.

Waar je een slechthorende waarschijnlijk het grootste plezier mee doet is: praat duidelijk en niet te snel. Als je toch op hol slaat, kijk er dan niet vreemd van op als de slechthorende je daar op aanspreekt.

De meeste dove mensen kunnen zich goed verstaanbaar maken. Voor een horende klinkt dat misschien een beetje raar. Probeer zelf maar eens een gesprek te voeren met je vingers in je oren. Als je jezelf niet hoort, weet je ook niet hoe je klinkt.

Iets anders wat je ook niet uit het oog moet verliezen: dove mensen zijn gewone mensen en ze wensen ook zo behandeld te worden. Al te opzichtig en overdreven rekening houden met iemands handicap kan soms heel irritant overkomen. Iemand die doof is, is niet gek.

In een artikel van helpingmehear.com worden de uitdagingen en problemen nog eens duidelijk uitgelegd. Zeer de moeite van het lezen waard.

https://www.helpingmehear.com/hearing-loss-articles/how-to-communicate-with-someone-who-doesnt-hear-well/

Hoofdstuk 6: Hoe kun je een gehoorstoornis voorkomen?

Voorkomen is beter dan genezen. Voor een heleboel kwalen geldt dat, maar niet voor het gehoor. Dat is namelijk niet te genezen. Met een gehoorprobleem word je geboren, het ontstaat naarmate je ouder wordt of je bent niet zo zuinig geweest op je oren. We zijn ons vaak niet bewust van de manier waarop we ons gehoor belasten. Leuk, zo’n hard rock concert. De bas en de drums moet je kunnen voelen, maar goed voor je oren zal het niet zijn. Het suist soms nog door als je allang weer thuis bent. Dat zou een waarschuwing moeten zijn.

Harde geluiden zijn een veelvoorkomende oorzaak van gehoorproblemen. Er zijn natuurlijk concerten, er is de muziek die je via je koptelefoon hoort, er zijn harde geluiden op het werk, knallen met oud en nieuw, vliegtuigen die landen en de herrie van grote menigten. Soms zit het probleem niet zozeer in het aantal decibellen dat geproduceerd wordt, het kan ook komen door lang aanhoudend geluid. Reden genoeg om een aantal zaken goed in de gaten te houden. De World Health Organization heeft de do’s en de don’ts voor ons op een rijtje gezet.

     

 Hoofdstuk 7: Contentcuratie

 Hieronder volgen nog een aantal extra bronnen over het gehoor.

Ben je nieuwsgierig naar wat de oorzaken van gehoorverlies kunnen zijn. In deze video wordt dat uitgelegd:

In deze uitgebreide podcast wordt uitgelegd wat tinnitus is, hoe je dat op kunt lopen en hoe je gehoorschade kunt voorkomen:

In een video van Sign Duo krijg je een alledaagse situatie te zien van iemand die doof is en hoe de omgeving daar mee omgaat:

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *