Voor Big Tech bedrijven is deze coronatijd dé tijd om gigantische winsten te oogsten. 2021 was nog geen week begonnen toen de eerste grote techovername plaatsvond: Twitter kocht podcastbedrijf Breaker op. De techgigant had een eigen audio-functie geïntroduceerd, waardoor de snelgroeiende app Breaker opeens een concurrent was geworden. Het “probleem” van concurrentie kan in techland gemakkelijk worden opgelost: de boel overnemen en weer door. Inmiddels wordt vrijwel het gehele online landschap bepaald door slechts een aantal bedrijven. Deze bedrijven, de Big Tech, hebben veel te veel macht. Die macht moet worden aangepakt. 

Innovatie 

Een belangrijke reden voor de wenselijkheid om de macht van Big Tech in te perken, is het negatieve effect dat ze op innovatie hebben. Volgens Maarten Pieter Schinkel, hoogleraar Mededingingseconomie en Regulering aan de Universiteit van Amsterdam, zorgt het monopolie van Big Tech ervoor dat andere bedrijven met goede ideeën niet de kans krijgen om een grote gebruikersbasis te ontwikkelen (Witlox, juli 2020). Bedrijven die kleiner zijn dan de Big Tech hebben dus misschien wel betere ideeën, maar krijgen de kans niet om deze zelfstandig uit te werken. 

En niet alleen de vele overnames van de concurrenten staan innovatie in de weg. Econoom Marcel Canoy van de Vrije Universiteit vertelt dat de programmeercodes van Big Tech niet openbaar zijn. “Nu worden bedrijven die gebruik willen maken van de grote techplatformen vaak gehinderd, ze kunnen hun producten niet goed integreren” (Witlox, juli 2020). 

Nepnieuws

De macht van Big Tech moet ook worden aangepakt vanwege de grote hoeveelheid nepnieuws die via hun platformen wordt verspreid. Het verspreiden van nepnieuws wordt mogelijk gemaakt doordat de algoritmen van Big Tech voorrang geven aan nepnieuws en sensatie. “Tijdens de Amerikaanse verkiezingen bleek dat Facebook een ‘nepnieuwsknop’ heeft. Tijdelijk stimuleerde het bedrijf kwaliteitsjournalistiek boven haat en nepnieuws. Omdat de inkomsten terugliepen, draaide men dit later terug”, vertelt D66-Kamerlid Kees Verhoeven in Trouw (Verhoeven, januari 2021).” 

Ook vertelt Verhoeven in dit artikel dat de techgiganten niet transparant genoeg zijn. En door gebrek aan transparantie over het nieuwsaanbod op de platformen, doen gebruikers vaak onbewust mee aan de verspreiding van het nepnieuws. Door de gigantische omvang van Big Tech kunnen onwaarheden een te groot podium krijgen. Overheden blijken volgens journalist Roelf Jan Duin weinig aan de verspreiding van het nepnieuws te kunnen doen. “De overheid kan het moeilijk verbieden en spreekt bedrijven aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid”, vertelt hij in het Parool (Duin, november 2020). 

Privacy

Verder moeten de gebruikers een groot deel van hun privacy inleveren om goed gebruik te kunnen maken van de platformen van Big Tech. Tijdens het gebruiken van deze platformen, worden persoonlijke data van de gebruiker verzameld. Zo weet Facebook wat je politieke voorkeur is en kan Google achterhalen waar je woont. Persoonsgegevens worden nog onvoldoende beschermd.  

Toch heeft de omvang van Big Tech niet enkel nadelen. De cookies en gepersonaliseerde advertenties brengen ook gemak met zich mee, zoals relevante zoekresultaten en suggesties voor series, muziek en video’s. Dit heeft echter ook een keerzijde. Het zorgt er namelijk voor dat gebruikers in een filterbubbel terechtkomen. Het gevaar hiervan is dat ze worden bevestigd in hun eigen mening en ze steeds minder te maken krijgen met de standpunten die hun overtuigingen tegenspreken. In een artikel van Radar met communicatiewetenschapper Judith Möller wordt verteld dat dit democratie moeilijker maakt (Radar, januari 2021). 

Nu het inmiddels 2021 is en Big Tech nog steeds veel te veel macht over ons heeft, is het tijd om daar wat aan te doen. Het is tijd voor verandering. De samenleving moet zich uit de stevige greep van Big Tech ontworstelen en de rollen omdraaien. Zo zorgen we voor een prettige en veilige digitale samenleving. Dat hoort voorop te staan.