Smeltend keek ik naar Monica Geuze die een kinderboekje voorlas aan dochtertjelief Zara Lizzy (3). Monica: “Zo klinkt een gesprek: Dag, hoe gaat het?”. “Goed!”, reageerde haar dochtertje enthousiast. Vol verbazing en trots bevestigde Monica haar opmerking. “Dat zeg je inderdaad als iemand vraagt hoe het met je gaat.” Haar antwoord galmde door mijn gedachtes. Enkele seconden later besefte ik dat hier iets misging: een peuter leert namelijk hoe je je moet gedragen naar de verwachting van de maatschappij. Wat als het niet goed met je gaat, wat zeg je dan als iemand ernaar vraagt? “Goed”, zeggen we nog steeds.
LINDA.meiden zegt: “Skip the smalltalk”. Natuurlijk luchten we niet direct ons hart bij een kennis, collega of buurvouw, want daar kennen we elkaar niet goed genoeg voor. Zo vroeg afgelopen donderdag de vriend van mijn tante hoe het met ‘Claudia’ ging. “Goed hoor”, antwoordde ik onbewogen terwijl ik wachtte tot de kist van mijn opa in de lijkwagen werd getild. Ik zei dit alleen maar om het moment minder ongemakkelijk te maken, want ik ken die vent niet. Door mijn antwoord bracht ik hem op zijn gemak, maar voelde ik mezelf juist ongemakkelijk. Waarom deed ik dat eigenlijk? Alleen maar om binnen de lijntjes te kleuren van andermans verwachtingspatroon?
Als tienjarig meisje zag ik al hoe de overblijfjuf weer haarzelf werd door slechts eerlijk te antwoorden op de vraag: ‘Hoe gaat het?’. Samen met mijn vriendinnetje zat ik te kleuren aan dezelfde picknicktafel als de overblijfjuffen. De tafel stond tegen de bakstenen muur voor een klein deel in de schaduw, want tussen de middag stond de zon het hoogst aan de hemel. De wind hield zich stil, evenals de juffen. Althans, dat dachten we. Eén van hen fluisterde: “Het gaat niet goed. Ik ben ziek.” Tijdens het kleuren hield ik mijn oren open. Het gesnuf vertelde mij dat ze haar blije masker liet vallen. Ondanks dat ze dezelfde kleding droeg, zag ze er na het gesprek heel anders uit: opgelucht. Zo voelde ik mij ook, ondanks dat ik op de hoogte was van het nare nieuws.
‘Hoe gaat het?’, is wellicht een te grote vraag om binnen enkele seconden te beantwoorden. ‘Hoe voel je je op dit moment?’, is al veel specifieker en minder beladen. Zo ontwijken we niet alleen maar lege antwoorden, maar ook het stigma wat heerst over het bespreken van gevoelens. Zodra mensen hun gevoelens laten spreken, kunnen ze zich pas goed gaan voelen. Wie weet antwoorden we dan met volle overtuiging: ‘Het gaat goed.’