Het is woensdagochtend 09.55 uur. Ik ren nog snel even langs de wc voordat mijn volgende les begint. Aan de binnenkant van de wc-deur hangt een poster over vrouwenemancipatie. Een lange blonde vrouw die haar vuist omhooghoudt, met de quote: ‘’Wat mannen kunnen, kunnen wij ook!’’ Het brengt een lach op mijn gezicht. Maar de koude wc-bril onder mijn billen zorgt dat ik hier zo snel mogelijk weg wil. Wanneer ik naar beneden kijk slaat de paniek toe. Code rood. Shit! Over twee minuten begint de les. Ik rits het zijvakje van mijn rugzak open. Nog eens shit! Ik doorzoek mijn hele tas drie keer, ook al weet ik dat ik niets ga vinden. ‘’Volgende week ga ik naar de winkel,’’ zei mam. ‘’Zodra mijn loon gestort is.’’ Maar toen kwam die man de wasmachine maken, en hij moest per se meteen betaald worden. Dat had mama ook niet kunnen voorzien. En met mijn karige Albert Heijn loontje heb ik deze week al meegeholpen met het betalen van de boodschappen. Er zit dus maar één ding op. Ik geef een flinke ruk aan de wc-rol en maak een grote prop van het flinterdunne papier. Over wat er nog meer met deze vochtige, verfrommelde rol gebeurd is denk ik maar liever niet na.
Terwijl ik de dikke prop wc-papier in mijn onderbroek stop kijk ik nog eens naar de poster met de vrouw en haar vuist. ‘’Wat mannen kunnen, kunnen wij ook.’’ Ja, vast. Maar een man hoeft geen vieze prop wc-papier in zijn onderbroek te stoppen. Geïrriteerd trek ik mijn onderbroek en spijkerbroek omhoog en een rilling loopt over mijn lijf. Een lange, diepe zucht ontsnapt uit mijn mond voordat ik de deur van het slot haal. Ik moet denken aan een nieuwsbericht dat ik voorbij zag komen: ‘’Schotland eerste land dat maandverband en tampons gratis maakt.’’ En het feit dat Lilianne Ploumen van de PvdA hetzelfde voor Nederland wil. Slimme vrouw, die Lilianne.
Ik loop naar de wasbak en was mijn handen terwijl ik naar mezelf kijk in de spiegel. Schaamte is het enige wat ik zie. Ik kijk op mijn horloge, 10.02 uur. Te laat. Ik heb het gevoel dat ik waggel als een pinguïn en iedereen straks kan zien dat ik iets tussen mijn benen heb zitten als ik straks het volle klaslokaal binnenloop. Daarnaast houdt die prop het hooguit een uur vol, dan moet ik wéér naar de wc. Dat valt op, dus meld ik me maar ziek. Lieve Lilianne, geef alsjeblieft niet op. Morgen moet ik weer naar school, en als ik iets wil leren, moet ik daadwerkelijk in de schoolbanken zitten, niet op het toilet.