Zaterdagochtend. Een vrij drukke werkdag aan de telefoon. Mijn zelfgeschreven script hing boven aan de muur. Het script diende als hulpmiddel om alle burgers goed te helpen. Ik realiseerde mij dat ik het al best goed ken, ondanks dat ik nog maar twee weken aan de slag ben. Buiten floten de vogeltjes. Ik werd gebeld.
‘Welkom bij het landelijke vaccinatie afsprakennummer van de GGD. U spreekt met Denise. Belt u om een afspraak te maken?’, zei ik vriendelijk met een rustige stem.
‘Goedemorgen Denise. Ik wil graag een afspraak maken voor mijzelf en voor mijn vrouw’ zei de man vriendelijk. Ik voelde, door de telefoon heen, dat hij beleeft naar mij lachte.
Ik stelde de verplichte vragen, plande de afspraak in en ik vroeg of ik hem nog kon ergens mee kan helpen.
‘Twee dingen.’
Ik stond meteen op scherp. Twee dingen? Normaal gesproken is het “bedankt en de mazzel”. Nu ineens twee opmerkingen. Wat gaat hij zeggen?
‘Mijn vrouw en ik moesten erg lang wachten. Zeker wel drie kwartier. Misschien een tip om dat aan te geven?’ vroeg hij beleefd.
‘Oei, dat is inderdaad wel erg lang. Momenteel is het druk bij de vaccinatielijn. Ik zal deze opmerking opschrijven in het formulier wat er na elk belletje komt,’ zei ik beleefd. Ik vroeg mij meteen af wat hij hierna zal zeggen.
‘Nog een andere vraag. Voor wie werk je? Doe je dat ZZP of ergens anders?’ vroeg hij heel vriendelijk.
Dit verbaasde mij. ‘Ik werk onder YoungCapital en ook met de GGD. Samen maken ze dit werk mogelijk’, zei ik met enthousiasme, terwijl ik mezelf afvroeg waar dit gesprek heen zou gaan.
‘Je hebt namelijk een hele rustige en fijne stem. Je bent erg beleefd. Ik ben voorzitter van onze stichting. Er moeten nog zo’n driehonderd burgemeesters opgebeld worden en ik zou graag met jou in contact willen komen’, vroeg de onbekende man vriendelijk.
‘Bedankt voor uw compliment. Ik werk nu twee weken hier en vind het erg leuk. Ik kan helaas uw gegevens niet aan YoungCapital geven in verband met de AVG wet’, zei ik met een rode kop.
‘Zou ik dan jouw telefoonnummer mogen en mailadres?’ vroeg hij beleefd.
Ik wilde beleefd blijven, maar vond dit toch best vreemd. Hij zag mij helemaal niet. Eerst had hij een opmerking van een te lange wachtrij en vervolgens wilde hij een eventuele samenwerking. Ik kreeg een lichte error in mijn hoofd en ging goed nadenken. Wat is het ergste wat er kan gebeuren met mijn e-mailadres en telefoonnummer? Wat wil hij ermee doen? Ik zou hem daarna kunnen blokkeren. Ik besloot het te doen.
‘Ik weet alleen niet of dit wel mag, maar ik geef zelf toestemming. Mijn e-mailadres is info@, dat is mijn eigen bedrijf’, zei ik vriendelijk. Het leek mij verstandiger om mijn zakelijke mail te geven dan mijn privé e-mail. Achteraf maakt dat natuurlijk geen reet uit.
Ik vertelde over mijn eigen bedrijf en studie. Hij was onder de indruk. Ik was zelf ook enthousiast. Altijd wanneer mensen vragen over mijn webshop, gieren er vlinders in mijn buik.
Het gesprek eindigde. Ik was mega enthousiast, had een kleur op mijn gezicht en kon wel gillen. Na elk telefoongesprek is er twee minuten rust. Ik had de volgende burger alweer aan de lijn.
Ik keek op mijn telefoon in de pauze. De onbekende man had mij opgezocht en had zichzelf aangemeld voor de nieuwsbrief. “Wat attent” dacht ik. Twee minuten later had ik weer een nieuwe bestelling. Ik klikte op de melding en zag in het mailadres van de stichting staan. De onbekende vriendelijke man had een bestelling bij mij geplaatst. Hij bestelde een paar gouden oorbellen. Ik was in shock. Ik rende naar mijn moeder toe en legde dit hele verhaal uit in een notendop.
‘Wat eng Denies!’ zei mijn moeder geschrokken. ‘Heb je die organisatie wel opgezocht?’
Ik liet een foto zien. ‘Dit is hem.’
Na mijn werkdienst pak ik gelijk het pakketje in. Eerst print ik de pakbon roze uit, daarna vouw ik deze dubbel. Ik zoek de juiste gouden oorbellen. Vervolgens stop ik leuke kaartjes bij en vouw ik het pakketje dicht in een vloeipapiertje met een roze sticker erop. Ik doe er nog wat roze sterretjes bij. Het pakketje ging in een witte bubbeltjesplastic envelop. Ik plakte het adreslabel erop en ik bracht hem weg samen met de andere pakketjes.
Drie dagen later kreeg ik een sms van een onbekend nummer. De man vertelde dat zijn vrouw zo blij was met haar oorbellen. Heel erg attent.
Weer een dag later kreeg ik een appje van een onbekend nummer. Inclusief foto van de grond met één sterretje uit het pakketje. Hij schreef er een bijbel van tekst bij. Ik vroeg mezelf af of dit wel de bedoeling is. Zat hij mij nou voor de gek te houden?
Dagen gingen voorbij. Ik hoorde niks meer over een eventuele samenwerking. Waarom heb ik mijn nummer gegeven? Straks word ik lastiggevallen. Vreemd. Een ding weet ik zeker. Ik geef mijn telefoonnummer nooit meer aan een onbekende. Mij niet bellen.