Het nieuwe normaal: een anderhalvemetersamenleving. Ik krijg buikpijn bij de gedachte dat dit leven een nieuw normaal is. Want wat is er veel veranderd en wat zal er nog veel gaan veranderen. Die anderhalve meter heeft invloed op alles wat we in ons leven doen. Zo ook op alle leerlingen en studenten en hun discipline met betrekking tot schoolwerk.
Ik zit in mijn derde jaar van de lerarenopleiding Nederlands. Afgelopen februari ben ik gestart met de minor Schrijven in Opdracht. Ik sta dus een half jaartje niet voor de klas en volg geen vakdidactische en pedagogische lessen. Een nieuwe klas, nieuwe docenten en nieuwe vakken. We hebben een maand van elkaars gezelschap kunnen genieten totdat de bom viel: een epidemie. Colleges werden vervangen door online lessen. Het is dan natuurlijk de bedoeling om je aandacht erbij te houden als je vanachter je laptop naar de docent luistert die haast alleen maar informatie aan het zenden is. Maar dat is moeilijk.
In het begin van de coronacrisis waren de docenten wat makkelijker met het inleveren en beoordelen van opdrachten. Voor iedereen was het wennen en je moest even je weg erin vinden. Ze gaan er inmiddels vanuit dat we eraan gewend zijn en onze zaakjes weer op orde hebben. Bij mij werkt het contra. In het begin kon ik me thuis nog goed zetten tot de opdrachten maar dat lukt nu niet meer. Ik mis het echte contact op school. Ik mis het zitten in de schoolbanken en een docent voor de klas waarmee je interactie hebt.
Op het moment dat ik dit aan het schrijven ben kom ik erachter dat ik twee deadlines heb gemist. Dat is niks voor mij. Ik weet eigenlijk altijd wanneer ik mijn opdrachten moet inleveren en wat er van mij verwacht wordt. Het is niet zo dat ik alles ver van tevoren af heb, een beetje stress vlak voor de deadline heb ik altijd wel. Maar een deadline missen.. Dat gebeurt me nooit. En juist door dit soort dingen benauwt mij de situatie van nu. Daardoor krijg ik het gevoel dat ik het overzicht verlies. Zo wordt duidelijk dat de coronacrisis veel discipline vergt. En die ben ik even kwijt.
Ik hoop dat dit ‘nieuwe normaal’ zo snel mogelijk niet meer normaal is. Dat we zo snel mogelijk elkaar weer een knuffel kunnen geven als het tegenzit, dat er sociale controle is, dat we elkaar herinneren aan wat we gedaan moeten krijgen, dat we niet iedere dag een melding krijgen met hoeveel nieuwe ziekenhuisopnames en sterfgevallen de afgelopen vierentwintig uur hebben plaatsgevonden. Want ik baal van mijn verloren discipline maar mijn gedachten gaan het meest uit naar alle mensen die iemand zijn verloren, de ouderen die zich eenzaam voelen zonder bezoek, de mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt en naar iedereen die op de een of andere manier de dupe is van de coronacrisis.
‘Komend schooljaar zullen jullie nog online lessen volgen.’ Deze boodschap staat in een mail die ik afgelopen week heb ontvangen. Door de anderhalvemetersamenleving is het niet mogelijk om met alle studenten ieder vak op school te volgen. Het wordt een uitdaging voor de vele studenten onder ons om hun zaakjes op orde te blijven houden vanaf het begin. Aan het begin van ieder schooljaar zeg ik altijd tegen mezelf dat ik dit jaar ècht alles bij ga houden. Maar dat gaat vaak vrij snel mis. Het nakomen van die belofte is het aankomend jaar prangender dan ooit.