Depressie en zelfmoord onder jongeren

Aan zelfmoord denken of zelfmoord plegen. Iets wat niet hoort te spelen in je leven en al helemaal niet als je jong bent. Toch zijn er genoeg jongeren die kampen met deze zwarte gedachtes, als gevolg van depressie. Gedachtes dat hun leven nooit meer goed komt en het beter is er niet meer te zijn. Hoe kan het dat deze gedachtes al spelen op zo’n jonge leeftijd? En wist je dat zelfmoord doodsoorzaak nummer één is onder jongeren?

1. Interview met Fleur Hesselink (22)

Na drugs gebruikt te hebben op een feestje, ging het bergafwaarts met Fleur haar mentale gezondheid. Ze kreeg nare gedachtes en het gevoel dat ze er niet meer toe deed. Er was geen aanleiding voor, het was hoogstwaarschijnlijk de drugs die haar depressie heeft aangewakkerd. Hoe ging zij met deze depressie om en hoe was het voor haar?

Wanneer kwam jij erachter dat er iets mis wat met je?

‘’Dat was nadat ik op een festival drugs had gebruikt. Daarna voelde ik dat het bergafwaarts met me ging. Ik trok het op een gegeven moment niet meer om te werken en stage te lopen, omdat het te zwaar was. Vanaf toen dacht ik, hee er klopt hier iets niet. Waarom ben ik zo somber?’’

Wat voor gedachtes spelen er dan?

‘’Het begon eigenlijk eerst lichamelijk. Ik was heel erg moe en trad een beetje buiten mezelf. Ook kon ik niet meer helder zien en voelde ik me een beetje vaag. Dat ging over in heftige gedachtes. Ik had dat voor het eerst toen ik op weg was naar mijn stage in Utrecht. Ik dacht: straks raak ik de controle kwijt en spring ik voor de trein. Dit was heel eng, omdat ik bang was dat het ook echt zou gebeuren. Ook al wilde ik dat helemaal niet en stond ik helemaal niet achter die gedachtes.’’

Hoe ging je met depressieve gedachtes om?

‘’Het was heel moeilijk om daarmee om te gaan. Ik kreeg daaruit vaak een paniek aanval en dan begon ik te hyperventileren. Pas als iemand contact met me zocht of iemand bij me was werd ik weer rustig. Ik moest echt niet alleen zijn, dan kreeg ik heel veel angst. Die angst kwam, omdat ik bang was weer de controle te verliezen en ik wilde gewoon echt niet dat dit er was. Ik was in een soort tweestrijd. Ik wilde deze gedachtes gewoon echt niet hebben, maar ze waren er wel. Het was ook zo eng af en toe.’’

Had je er altijd last van die gedachtes of ook dagen niet?

‘’Het begon in maart en het ging door tot juni. In die tijd had ik die rare gedachtes dus iedere dag. Daarna werd het iets beter. Toen was het meer dat ik eraan terug dacht van: ‘wist je nog dat ik die gedachtes had?’, in plaats van dat ik echt weer bang werd. Ik zat er dus niet meer midden in maar keek er van een afstand naar.’’

Weet je waar die gedachtes door kwamen bij jou?

‘’Het had gek genoeg niet echt een aanleiding. Ik hoorde juist gelukkig te zijn, want ik had net een relatie en alles liep op rolletjes. Ik denk echt dat het door overmatig drugs gebruik kwam op dat festival. Ook had ik niet zoveel te doen op stage, waardoor ik veel tijd had om na te denken en ik me een beetje nutteloos voelde. Maar er was niet per se iets gebeurd in mijn leven.’’

Hoe lang heb je ermee rond gelopen en wanneer ben je hulp gaan zoeken?

‘’Ik heb er vier maanden mee gelopen en ben toen naar de dokter gegaan. Met de huisarts heb ik gesprekken gevoerd, toen ben ik doorverwezen naar de psycholoog. Daar heb ik drie gesprekken gehad en zij zei dat het wel goed met me ging. Ik moest over mijn gedachtes gaan schrijven en kreeg wat opdrachten mee naar huis. Zo ben ik er gelukkig vrij snel weer bovenop gekomen.’’

Was het moeilijk voor jou om hulp te zoeken?

‘’Nee, eigenlijk helemaal niet. Ik zag geen andere uitweg meer dus ik wist dat dit wel moest. Ik schaamde me er ook niet voor, wat sommige mensen wel hebben.’’

Zit depressie in jouw familie?

‘’Ja, mijn vader is manisch depressief en mijn zus heeft ook psychische klachten. Ik denk dat het er dus ook mee te maken heeft dat het in de genen zit. Ik lijk ook in heel veel opzichten op mijn vader.’’

Hoe gaat het nu en wat doe je eraan dat je depressie niet meer terugkomt?

Het gaat nu weer super goed met me. Je moet niet bij de pakken neer zitten en binnen blijven. Voor mij is het belangrijk dat ik structuur in mijn leven houd. Dus lekker sporten en naar school toegaan. Ik ben altijd op mijn hoede dat het terugkomt, maar ik ben nu twee jaar verder en ik ben sterker geworden als persoon. Ik hoop niet dat het ooit nog terug komt, want het was echt een nare tijd.’’

Voel jij je af en toe somber? Doe hier een depressietest: https://www.mentaalbeter.nl/Pages/nl-NL/Volwassen-Depressie/depressietest

Hoofdstuk 2 – Cijfers liegen niet

Zelfdoding en depressie was in onze samenleving een groot taboe. Over deze onderwerpen werd vooral niet gesproken als het over jongvolwassenen ging. Toch zijn er nu steeds meer programma’s op televisie te zien waar dit onderwerp centraal staat. Er komt dus steeds meer aandacht voor dit serieuze probleem. Het probleem is er en daar kunnen we niet omheen. Sterker nog, we moeten er iets mee.

Uit cijfers van Het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt depressie bij jongeren en kinderen is een steeds groter probleem. Één op de vijftien jongeren tussen de 18 en 24 jaar krijgt te maken met een depressie. Daarmee krijgen zij zelfs vaker met depressie te maken dan oudere volwassenen. Het aantal jongeren met depressiviteit stijgt. Deze stijging heeft te maken met verschillende factoren. Bepaalde factoren kun je vinden in de komende twee hoofdstukken.

In 2016 maakte er in Nederland 1.894 mensen een einde aan hun leven. 212 daarvan zijn jongeren in de leeftijd van 10-25 jaar. Onder jongeren met de leeftijd 20-25 vinden de meeste zelfdodingen plaats. In deze leeftijdscategorie vonden in 2016 een aantal van 73 zelfdodingen plaats. In de leeftijdscategorie 15-20 jaar hebben in hetzelfde jaar 39 jongeren zichzelf van het leven beroofd.

Feiten:

  • Van de kinderen met depressieve ouders ontwikkelt 40% een depressie voor het 18e
  • Zelfmoord is onder jongeren de afgelopen veertig jaar een steeds belangrijkere doodsoorzaak geworden.
  • Onder jongeren van 15 tot 25 jaar komt zelfdoding twee keer zoveel voor als dood door kanker.
  • In Nederland overlijden tweemaal zoveel mannen als vrouwen door zelfdoding. Wel leiden vrouwen meer aan depressie dan mannen.

Robbert Schroevers doet onderzoek naar stemmings- en angststoornissen en dan met name depressie. Depressie kan ontstaan als gevolg van bepaalde gebeurtenissen. Vaak gebeurtenissen waarin mensen een verlies leiden. Een persoon verliezen, je baan verliezen of als een relatie verbroken wordt. Het is normaal dat je na dit soort gebeurtenissen een somber gevoel krijgt. Maar bij mensen die daar gevoelig voor zijn kan dat een soort eigen loop krijgen en de overhand krijgen. Als dat gevoel de overhand gaat nemen wordt je depressief. Er treden dan zwarte gedachten op die heel ver kunnen gaan.

Zo kun je depressie herkennen:

Schermafbeelding 2018-06-15 om 13.23.00Bron: Trimbus-Instituut

Hoofdstuk 3 – Prestatiedruk

Het is lastig voor te stellen hoe je op zo’n jonge leeftijd er zo erg doorheen kunt zitten. Het leven hoort leuk te zijn, je hebt hopelijk nog weinig tegenslagen gehad en je hebt een lang leven voor je. Toch is het soms minder mooi dan het allemaal lijkt en zijn jongeren depressief. Hoe kan het zo ver komen? De voornaamste oorzaken worden in dit, en het volgende hoofdstuk genoemd.

Prestatiedruk wordt ervaren door maar liefst acht op de tien jongeren in ons land. Dit kan leiden tot psychische klachten, zoals stress, slapeloosheid, depressieve gevoelens en burn-outs. Prestatiedruk wordt vooral opgelegd door jezelf. Je vindt dat je de beste moet zijn in hetgeen dat je doet. ‘De maatschappij’ kan er ook wat van. Je moet een CV opbouwen, anders kom je nergens aan de bak en tel je niet mee. Daarbij kun je ook prestatiedruk van ouders en vriend(inn)en ervaren. Zij verwachten dat je aan bepaalde sociale normen voldoet.

Uit onderzoek van docent en onderzoeker Jolien Dopmeijer blijkt dan ook dat 62% van de ondervraagde studenten prestatiedruk ervaart in het dagelijks leven. De studenten ervaren niet alleen steeds meer prestatiedruk, maar ook stellen ze steeds meer eisen aan zichzelf.

Jolien Dopmeijer: “Toen ik dit onderzoek startte, verwachtte ik al vrij hoge cijfers als het gaat om ervaren prestatiedruk bij studenten. Toch ben ik van deze resultaten geschrokken. Jongeren moeten zoveel tegenwoordig: hoge cijfers halen, naast de studie ook nog een baan en andere activiteiten, een leuk sociaal leven, een mooi social media profiel met veel leuke foto’s erop, etc. Geen wonder dat studenten veel druk ervaren. Ik verwacht dat de cijfers uit mijn onderzoek overeenkomen met hoe studenten door het hele land prestatiedruk ervaren. Er zijn zoveel jongeren mee naar buiten getreden de laatste tijd.”

Lidewy Hendriks, psycholoog bij MIND en Korrelatie zegt dat steeds meer jongeren die deze druk ervaren contact met hen zoekt. Dit zijn jongeren die soms al over de grens zijn gegaan en al een depressie of burn-out hebben gehad. MIND begeleid meerdere projecten voor jongeren om te voorkomen dat ze psychische klachten krijgen door onder meer prestatiedruk en stress.

Sanne Kooiman, Tom Kooiman en Alain Paulussen hebben als vervolg op hun documentaire ‘To my loved ones’ de documentaire ‘Stress to impress’ gemaakt. De documentaire laat zien hoe erg prestatiedruk is voor jongeren. Bekijk de documentaire hier: http://tomylovedones.nl/documentaires/stress-to-impress/

Hoofdstuk 4 – De online wereld

We leven in een tijdperk waarin de online wereld een grote rol speelt in ons leven. We hechten heel veel waarde aan sociale contacten in deze wereld. Soms lijkt het wel dat we dat belangrijker vinden dan de contacten in onze échte wereld. Veel jongeren zijn verslaafd aan sociale media en aan de likes die ze krijgen. Wat voor invloed heeft dat op onze gemoedstoestand?

Door de populariteit van sociale media is er een nieuwe factor bijgekomen waar je ongelukkig van kan worden. Het moet in de online wereld namelijk wel lijken of je een leuk leven hebt. Als je jouw succes of geluk niet deelt met Facebook, is het er ook niet. Je moet aan een ideaalbeeld voldoen en een interessant leven leiden. Als jongeren zien dat iemand een leuker en perfecter leven lijkt te hebben, kan dat zorgen voor een eenzaam gevoel.

Specialisten hebben het tegenwoordig over ‘apparatengekte’. Is er een link tussen zelfmoord en het sociale media gebruik? Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek naar verricht. Psychiater Bram Bakker denkt dat die link er wel is, maar dat is gebaseerd op gevoel. Justine Pardoen van Bureau Jeugd & Media, zegt dat de link heel lastig te leggen is.

In deze podcast van EenVandaag zijn beide meningen te horen: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/aantal-zelfmoorden-onder-jongeren-stijgt-door-apparatengekte/ 

Wel kunnen velen van ons waarschijnlijk beamen dat het krijgen van likes gewoon zorgt voor een geluksmomentje. Het geeft een fijn gevoel als je veel likes krijgt. Ook herken je het misschien wel dat je onrustig wordt als je geen likes krijgt. Dit beloningssysteem werkt eigenlijk een beetje hetzelfde als bij een verslaving. Het gevoel moet continue gevoed worden. Als het niet gevoed wordt, kun je je wellicht somber en onzeker gaan voelen. Dit, in combinatie met andere ‘tegenslagen’ zou kunnen leiden tot depressie. Maar dat is dus nog niet wetenschappelijk aangetoond.

Hoofdstuk 5 – De naaste omgeving

Nabestaanden blijven vaak achter met de waarom vraag. Waarom heeft hun geliefde ervoor gekozen om het leven uit te stappen? Sommige mensen worden zo ver gedreven dat er voor hen geen andere uitweg meer is. Er is geen licht meer aan het einde van hun donkere tunnel. Om het te voorkomen zijn er misschien dingen die jij kan doen voor mensen met een depressie.

Om te beginnen is het aller belangrijkst: praten. Praat erover met degene die depressief is. Om goed met iemand te kunnen praten kan het helpen om bijvoorbeeld informatie te lezen over depressie. Houd contact met degene die depressief is. Dit zorgt ervoor dat hij of zij niet geïsoleerd raakt. Probeer onvoorwaardelijke steun aan diegene te geven. Laat merken dat het niet uitmaakt hoe diegene zicht gedraagt en dan dat geen invloed heeft op jullie band.

In veel gevallen hebben nabestaanden geen invloed op de problemen van hun geliefde. Mensen met een depressie zijn er vaak goed in om dit voor zichzelf te houden. Je zult dan ook weinig tot niks merken van de gedachtes die door hun hoofd dwalen. Maar mocht je toch iets doorhebben, vraag er gerust naar. Dit kan al een hele opluchting zijn voor de ander. Probeer met elkaar te blijven praten, maar leg er niet de nadruk op. Het kan al genoeg zijn om gewoon samen te zijn met diegene.

Wees niet te kritisch over zaken die misgaan bij mensen met een depressie. Voor depressieve mensen kan dit een gevoel waardeloosheid geven. Een kritische houding van de omgeving is daarom extra pijnlijk. Geef ruimte en vertrouwen om ook over onderwerpen als zelfmoord te spreken. Mocht er sprake zijn van dit soort gedachten, schakel dan tijdig professionele hulp in. Wat ook heel belangrijk is, is elke vooruitgang prijzen. Ook al is het maar iets heel kleins. Blijf positief en probeer daarin ook ‘echt’ te blijven.

Tip: probeer zo weinig mogelijk goedbedoelde adviezen te geven. Dat blijkt bij mensen met een depressie averechts te helpen. Daarbij is het goed bedoeld om je geliefde te helpen met depressiviteit, maar een depressie is niet iets waar je zelf gemakkelijk vanaf komt. Zorg dat diegene niet bang is om hulp te zoeken.

Sanne Kooiman, Tom Kooiman en Alain Paulussen hebben de documentaire ‘To my loved ones’ gemaakt. De titel was de eerste zin in de afscheidsbrief van hun vriend Dennis, wie zelfmoord pleegde. Ze hebben de documentaire gemaakt met als doel bewustwording van depressie en zelfdoding. Zij zelf hebben nooit wat gemerkt aan hun depressieve vriend. Bekijk de documentaire hier: https://www.youtube.com/watch?v=MY9pkt1DUaM

Hoofdstuk 6 – De zelfmoordlijn

Als je je rot voelt zijn er verschillende instanties waarbij je terecht kunt. 113Online is daar een van. Hun ambitie is dat het aantal suïcides in Nederland radicaal wordt teruggedrongen. 113 biedt laagdrempelig hulpaanbod met online en telefonische hulpverlening door professionals, vrijwilligers en stagiairs. Mensen met suïcidale gedachten en hun naasten kunnen hier 24/7 anoniem gebruik van maken. Ik sprak Anna Maiwald (25), over hoe het was om bij 113Online stage te lopen.

Hoe begon een gesprek bij de zelfmoordlijn?

‘’Bij 113Online deed ik aan chatten en bellen. Voornamelijk chatten. Ik werkte dan acht uurtjes en daarvan had ik een uur beldienst. Maar er werd meer gechat dan gebeld over het algemeen. Dat is toch anoniemer. Op het moment dat iemand zich aanmeldde dan openden wij het gesprek met de vraag wat we voor diegene konden doen. Meestal vertelde diegene aan de andere kant van de lijn gelijk waarom hij of zij kwam chatten of bellen. Wat wij in die eerste minuten dan deden is een risico inschatting maken. Chat deze persoon voor zichzelf of is het een nabestaande? Denkt deze persoon aan zelfmoord? Heeft deze persoon al een poging gedaan? Staat deze persoon op het punt om een poging te doen? Aan de hand daarvan ga je het gesprek verder aan, maar als iemand op dat moment bezig was met een poging dan schakelden wij ze door naar het psychologenteam.’’

Hoe ver waren de mensen die belde daadwerkelijk? Waren ze al op het punt om zelfmoord te plegen of hadden ze gedachten?

‘’Dat was heel wisselend. Velen hadden enkel gedachten en wilden graag (anoniem) met iemand daarover praten. Soms kwamen er dus mensen binnen die al bezig waren met een poging. Dan stond diegene op het perron of had al pillen ingenomen. Aangezien wij stagiaires waren schakelden we dan diegene door naar het team van psychologen. Wel in overleg met de desbetreffende persoon, maar meestal gingen ze wel akkoord daarmee. Ik weet niet precies hoe het dan verder verliep met de psycholoog, maar meestal dringen zij aan om hulp in te schakelen. In enkele crisisgevallen wordt de politie ingeschakeld en wordt iemand zijn of haar IP-adres achterhaald, zodat ze opgespoord kunnen worden.’’

Hoe verliep zo’n gesprek en wat probeerde jij hen te vertellen (hoe ging je te werk)?

‘’In eerste instantie maakte ik dus een risico inschatting en keek ik of ik de geschikte persoon was voor dat gesprek. Als ze enkel wilden praten dan ging ik het gesprek aan. Meestal zijn ze op zoek naar een luisterend oor en wat ik vooral deed was vragen stellen. Eigenlijk iemands gedachten uitvragen zodat diegene dat zelf een beetje kan onderzoeken. Wat is de reden dat je zelfmoord wil plegen? Wat is de reden dat je het nog niet hebt gedaan? Wat zal zelfmoord je opleveren? Als je geen hulp wil, wat is dan de reden dat je komt chatten? Door dit soort vragen te stellen laat je iemand verder nadenken en hopelijk tot nieuwe inzichten komen. Als er ruimte voor was dan probeerde we iemand te stimuleren om hulp te zoeken bij de huisarts, of een persoon die ze vertrouwen in hun omgeving. In ieder geval om het bespreekbaar te maken.’’

Heb je veel jongeren gesproken, of voornamelijk ouderen?

‘’Das was ook heel wisselend. Hele jonge meisjes tot mensen van in de 60 of 70. Vaak zijn ze depressief of dragen ze hele zware trauma’s met zich mee. Mensen die zelf geweld of misbruik hebben ervaren of iemand van dichtbij zijn verloren. Vooral de gesprekken met jonge meisjes grepen me erg aan. Vaak kwamen ze praten, omdat ze misbruikt waren en zich heel erg schaamden. Ze hadden het gevoel hadden dat ze er helemaal alleen voor stonden. Het is dan heel moeilijk om aan zo’n puberbrein duidelijk te maken dat er hulp voor ze is en dat ze niet alleen staan, maar dat vinden ze vaak moeilijk om te geloven. 113Online biedt ook online therapie aan met een psycholoog en soms lukte het om ze daartoe te motiveren.’’

Hoe liep zo’n gesprek vaak af (vaak positief of negatief)?

‘’Meestal wel positief. Vaak waren ze erg dankbaar dat iemand een uurtje naar ze heeft geluisterd en mee heeft gedacht. We probeerden ook altijd opnieuw een risico inschatting te maken aan het einde van het gesprek. Hoe zijn je gedachten nu? Hoe denk je op dit moment over een poging? Wat ga je verder vandaag doen? Als ze nog steeds erg neerslachtig waren dan probeerden we met ze mee te denken om afleiding te zoeken en als het niet ging dan konden ze altijd weer komen chatten. Na een uur moesten wij namelijk de chat sluiten, maar soms kwamen ze dan weer meteen terug. Soms kwamen ze zo vaak terug dat de psychologen afspraken met ze maakten. Dan mochten ze maar een uur in de week komen chatten. Maar dat waren er meestal maar een paar.’’

Weet je hoe het uiteindelijk af liep met die mensen?

‘’Ik heb geen idee. We hebben wel eens chatters gehad die alleen even kwamen bedanken. Dat ze zoveel aan ons hebben gehad en dat het nu beter met ze gaat. Dat is natuurlijk heel fijn om te horen en daar doe je het deels voor uiteraard. Maar aangezien mensen anoniem chatten heb je geen idee wie je voor je hebt en wat diegene verder met zijn leven doet. Het is zeer aannemelijk dat ik mensen heb gesproken die er nu niet meer zijn. Ik ben in ieder geval blij dat er zoiets als 113Online bestaat. Ik weet zeker dat ik in die uurtjes chatten en bellen veel voor die mensen heb kunnen betekenen.’’

Heb je hulp nodig of ken je iemand? Neem contact op met 113Online of maak een afspraak met je huisarts.

Hoofdstuk 7 – Content curatie

Meer weten over depressie? In het programma #Trueselfie volgt BNN een half jaar lang acht jongeren die psychische klachten hebben. De jongeren vloggen over hun dagelijkse leven. Zo krijg je inzicht in wat zij allemaal moeten doorstaan. https://programma.bnnvara.nl/true-selfie/gemist/alles/datum/altijd

Heb je ook klachten en wil je kijken of je er zelf iets aan kunt doen? Op snelbeterinjevel.nl staan drie online trainingen om zelfstandig te werken aan slaap-, pieker- of stressklachten. Een training bestaat uit oefeningen die je kunnen helpen om je klacht te verminderen. https://www.snelbeterinjevel.nl/

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *